Rond de eeuwwisseling
gebeurde er iets opzienbarends: op 5 januari 2000 kwam de
veertienjarige Karmapa aan in Dharamsala, de verblijfplaats van de
Dalai Lama en honderdduizend andere Tibetaanse vluchtelingen in
India. Dat veroorzaakte een politieke storm, want de Karmapa wordt
gezien als de belangrijkste religieus-politieke persoon na de
Dalai Lama. De Karmapa verbleef tot zijn veertiende in een
klooster bij Lhasa in Tibet en werd ook door de Chinezen erkend in
zijn autoriteit. Maar daar kwam een einde aan, toen de Karmapa ook
vluchtte uit Tibet en in India aankwam, zo ongeveer op het moment
dat zijn progressieve Zon tegen de Ascendant aanliep: zichtbaar
ging worden voor de grotere wereld dus! De horoscoop van de
Karmapa (bron Taeger):

KORTE
HOROSCOOPDUIDING: Zon in Kreeft in 12 oppositie Neptunus: men zou
dit aspect bijna het aspect van een Al-Moeder kunnen noemen:
iemand met compassie (Neptunus) voor alle mensen (Kreeft in 12).
Deze oppositie staat driehoek Pluto in het 4e huis, waarbij Pluto
heer 5 is: er zijn erg veel vragen omtrent zijn identiteit, is hij
Heel Speciaal of Juist Niemand : en vanwege die identiteit (die
dus heel speciaal is) wordt hij ontworteld, eerst uit zijn eigen
geboorteomgeving, later uit Tibet (Pluto in het vierde huis). Maar
deze ontworteling dient zijn spirituele missie (driehoek/sextiel
de Zon/Neptunus oppositie).
Ook Saturnus in het 5e huis en in Schorpioen geeft een
"karma" aan van ontkenning van identiteit vierkant
Uranus in 8: met de dreiging telkens geïsoleerd te raken, en
oppositie Venus in Stier in het 11e huis: naar buiten toe straalt
hij rust en vrede uit. Misschien wel vanwege de enorme
zelfontkenning: het doet er niet toe wie hij is, er ligt een taak.
Ook Maan vierkant Uranus past bij het deconditioneren van de
huiselijke omgeving. En: op een nogal anders-dan-andere wijze
omgaan met dienstbaarheid.
Mercurius is dominant in zijn horoscoop, en symboliseert het
Spreken, het woord, zijn belangrijkste functie.
Een Duitse filmer,
Clemens Kuby maakte destijds een boeiende film over hoe de Karmapa
: de zeventiende reïncarnatie ervan om precies te zijn, gevonden
werd, en schreef er ook een boek over: The Living Buddha, De
zeventiende reïncarnatie van de Karmapa in Tibet. ISBN
90-71985-32-6
Het boek verhaalt over
hoe de film Living Buddha tot stand is gekomen en begint meteen al
met een paar wonderlijke anekdotes. Toen de Duitser Clemens Kuby
besloot om over de reïncarnatie van een belangrijk personage in
Tibet, de Karmapa dus, te filmen, was de hoofdpersoon nog niet
eens in zicht! (Passend voor een latere horoscoop met de Zon in
het 12e huis!)
Niemand wist of de
nieuwe Karmapa - de Levende Boeddha - al geboren was, en als dat
zo was, moest hij nog gevonden worden. Het maken van de film
duurde 7 jaren, en in die 7 jaren is de 17e Karmapa gevonden. Het
was kennelijk de bedoeling dat het hele proces van het vinden van
een nieuwe incarnatie een keer op film gezet werd. Toen Clemens
Kuby uiteindelijk de nieuwe Karmapa, toen 7 jaar oud, in levende
lijve ontmoette, verwachtte hij dat hij een kind voor zich had. De
kleine jongen maakte een ongelooflijke indruk op Clemens Kuby, die
hem foto's liet zien van zijn eigen twee kinderen, ongeveer even
oud, die hun Pappie misten die alsmaar aan het filmen was in het
buitenland. Maar de 7 jarige Karmapa vroeg zijn adjudant hem
gewijde puja rijst te brengen. Hij pakte twee handen vol rijst,
verdeelde die met ongelooflijke intensiteit over de twee foto's,
sprak mantra's en zei: "ze moeten niet verdrietig zijn".
Toen keek hij Clemens weer aan met een heel intense blik en zei:
"Het gaat nu goed met hen".
Een week later had
Clemens Kuby contact met zijn vrouw die hem door de telefoon
vertelde dat de stemming van de kinderen volledig was omgeslagen.
Ze waren tevreden en hadden het naar hun zin en jammerden niet
langer over Pappie's afwezigheid. En dat bleef zo tot de filmer
weer bij hen terug was!
Nog zo'n wonderlijk verhaal was toen Clemens Kuby de afspraken
voor het filmen van het hele proces van het vinden van de nieuwe
Karmapa probeerde door te spreken en vast te leggen, kreeg hij
veel hulp van Sharmapa. Karmapa is na de Dalai Lama de hoogste
incarnatie, en Sharmapa is het hoofd van een bepaalde Tibetaanse
orde waartoe de filmer Clemens Kuby inmiddels was aangetreden.Maar
de hulp die hij kreeg moet bij tijd en wijle wel van boven af
gestuurd zijn als je leest met welke idiote toestanden Clemens
Kuby te maken had.Zo had hij afgesproken met de Sharmapa dat hij
het volgende
Sharmapa dat hij het
volgende Nieuwjaar in zijn klooster in Sikkim zou komen filmen.
Het Nieuwjaar wordt in Tibet op 28 februari gevierd. Clemens Kuby
was een bekende filmmaker en had een nogal druk leven. Zo'n 5
maanden voor die datum begint hij met de voorbereidingen, om een
filmploeg gereed te krijgen, om toestemming te krijgen, en
eigenlijk ook nog om de financiering rond te krijgen. Die kwam
wonderlijk genoeg maar zo van iemand met veel geld, die iets goeds
wilde doen voor het Tibetaans Buddhisme. Rond eind november hoort
hij plotseling dat het Tibetaans Nieuwjaar weliswaar wel op 28
februari gevierd wordt, maar niet in Sikkim. Hij belt stad en land
af en krijgt uiteindelijk te horen waar de Sharmapa verblijft.
Eindelijk had hij verbinding en de Kuby roept in de telefoon:
"ik moet dringend Sharmapa Rinpoche spreken!"
"Yes"
zegt de andere kant.
"Kunt u mij
doorverbinden?" vroeg Kuby met hoorbaar ongeduld.
"Speaking"
kwam het antwoord.
"Ik moet
absoluut Shamar Rinpoche spreken" herhaalde de
filmmaker. De teller van de telefoon tikte als een naaimachine.
"Yes"
zei de stem. "Wilt u mij doorverbinden" smeekte
Kuby.
"Speaking"
zei de stem.
"Wie?"
"Ik ben het"
"U, Rinpoche?
Fantastisch: blijft het bij onze afspraak dat ik op 28 februari op
het nieuwjaarsfeest met een filmploeg naar Sikkim kom?"
"Yes",
bevestigde hij.
En Kuby vertelde hem
dat hij had gehoord dat in Sikkim een andere datum voor nieuwjaar
gold dan in Tibet.
"Ja, dat heb
ik ook gehoord", antwoordde Sharmapa onverstoorbaar.
"Deze keer schijnt het op 25 januari te vallen."
Enfin, om kort en goed
te gaan: Clemens Kuby had het niet meer. Binnen zo'n korte tijd
een hele filmploeg met allerlei visa regelen, en het lukte hem dan
ook niet. Op 25 januari landt hij zelf met zijn videocamera in
Delhi. Er was van alles mis gegaan, hij moest nog helemaal naar
Sikkim. Tot zijn grote verbazing, instappend in het vliegtuig
daarheen, komt daar de Sharmapa ook aan. En die zegt: "dat
is een goede timing, dat je dat zo hebt geregeld, nu kunnen we
even praten." En Kuby vraagt verbaasd naar het
Nieuwjaar. De Nieuwe Maan bleek dit jaar op 30 januari te vallen,
dus hij had alle tijd. "Waarvoor die haast altijd",
zo kreeg hij onverstoorbaar te horen... hij moest dus tussen zijn
westerse leven zich telkens aanpassen aan een totaal andere
cultuur, dat is duidelijk. Omdat het de filmer Kuby oorspronkelijk
te doen was om iets over reincarnatie te filmen vraagt hij
Shamarpa, zijn Buddhistische beschermer op dat moment, over het
Bardo.
Het bardo is die
toestand van ons bewustzijn wanneer we tussen twee levens in zijn,
we hebben het ene lichaam verlaten en zijn nog niet gereïncarneerd
in het volgende. "Welnu, in het bardo", zei
Shamarpa, "is onze beleving dezelfde als nu. Het lichaam
is weliswaar dood, maar de geest heeft nog lang het gevoel
aanwezig te zijn. De vraag is alleen hoe je omgaat met het feit
dat de levenden je niet meer zien, dat je geen contact meer met
hen kunt maken. Maar verder ziet de situatie er niet veel anders
uit dan hier."
In Tibet zijn er sinds
eeuwen al een paar belangrijke geestelijke leiders in het land. Zo
is er de Dalai Lama, maar er is ook de Dalai Pancho. Verder is er
de Sharmapa en de Karmapa. Als je wel eens over de Dalai
Lama gehoord hebt, dan weet je misschien ook dat de Dalai Lama de
14e Dalai Lama heet. En de Karmapa waar we het hier over hebben is
de 17e Karmapa. Karmapa en Dalai Lama zijn titels, het zijn
eigenlijk geen eigennamen. De titels horen bij het geestelijk
ambt. Maar in Tibet gaan ze er van uit, dat het steeds dezelfde
ziel is die van incarnatie op incarnatie die functie bekleedt.
Alleen incarneert die ziel telkens in volgende levens bij een
andere familie. Iemand in zo'n verlichte Buddha staat als de
Karmapa of de Dalai Lama kun je niet echt meten met onze
maatstaven, zij zijn in staat om het proces van sterven en geboren
te worden zo te ondergaan, dat ze dat volkomen bewust doen.
Helderziende gaven hebben ze ook allemaal. Dus als een Dalai Lama
of een Karmapa weet dat hij zal sterven, dan geeft hij meestal een
van zijn discipelen aanwijzingen waar, op welke plek, hij weer zal
reïncarneren: hij voorspelt het dus van te voren. En als hij dan
sterft, ontstaat er na zijn overlijden een heel zoekproces om de
nieuwe incarnatie volgens die voorspellende aanwijzingen te gaan
vinden. Dat proces nu legde Clemens Kuby in de film Living Buddha
vast, bij het opsporen van de 17e Karmapa, nadat de 16e Karmapa
overleden was. Clemens Kuby begon met de film toen de 17e Karmapa
nog niet eens gevonden was. Maar voor het eerst in de geschiedenis
is dit hele proces dus vastgelegd op film, inclusief alle
documenten die er bij horen en hoe dat er zo allemaal toe gaat in
Tibet
De 16e Karmapa in Tibet
was in 1981 overleden en in september 1990, 9 jaar daarna
herinnerde Sita Rinpoche, een hoge geestelijke uit hetzelfde
klooster zich opeens dat de 16e Karmapa hem een soort talisman had
gegeven in dat zelfde jaar met de opmerking dat die hem in de
toekomst van nut zou zijn. Sita Rinpoche had altijd geweten dat de
talisman een stukje papier bevatte, maar het was traditie dat de
guru je een mantra als talisman gaf, zonder de tekst te noemen.
Dit bundeltje droeg hij jaren lang om zijn hals. Pas een paar jaar
geleden, toen hij veel in de hitte door Azië had gereisd en zijn
talisman op zijn borst onprettig vond, had hij het afgedaan en in
zijn documentengordel gestopt, die hij altijd droeg. Tegen deze
tijd waren de regenten van het klooster ten einde raad met
betrekking tot het vinden van de nieuwe incarnatie van de 17e
Karmapa die de 16e moest gaan opvolgen, omdat de
voorspellingsbrief van de 16e Karmapa onvindbaar was. In september
1990 noemde Sita Rinpoche per ongeluk na negen jaar dus, de
talisman die hij van de 16e Karmapa had gekregen. Maar wat bleek:
er stond op: "Openen in het ijzer-paard-jaar". En dat
begon volgens de Tibetaanse traditie pas in februari 1991.Toen dat
jaar eenmaal aangebroken was opende Sita Rinpoche de brief en hij
las nauwkeurig de voorspelling die exact zou leiden tot het
opsporen van de 17e Karmapa, en aan die opsporingstocht deed
Clemens Kuby dus mee om alles vast te leggen op film. De
voorspellingsbrief luidde als volgt:
 |
Emaho.
Zelfgewaarzijn is zegen.
leegheid heeft geen middelpunt en geen grenzen.
Van hier uit noordelijk
in het oosten van het land der sneeuw bevindt zich een
streek, waar de heilige donder spontaan weerklinkt.
Op een vruchtbare nomadenplaats met het teken van de koe
bevinden zich de methode Deundop en de wijsheid Lolaga.
Geboren in het jaar van degene die voor de aarde wordt
gebruikt.
Met de
verreikende wonderbaarlijke clan van de witte:
Dit is degene die men de Karmapa noemt.
Door Meester Donyeu Drupa wordt hij gesteund:
niet sektarisch doordringt hij alle windstreken
noch dichtbij enkelen, noch ver van anderen
is hij de beschermer van alle wezens
Hij, de zon van de boeddha-dharma, die alle wezens dient,
straalt eeuwig.
|
In deze Tibetaanse
tekst nu staan letterlijk de namen van de ouders die geboorte
gaven aan de 17e Karmapa, er stond namelijk 'de methode Deundop en
de wijsheid Lolaga", en Deundop en Lolaga waren werkelijk de
namen van de ouders van de 17e Karmapa. Bovendien stonden er
nauwkeurige aanwijzingen in waar het kind geboren zou worden: in
een vruchtbare nomaden stam in het land van de sneeuw, dat is
Tibet zelf, in het Oosten in een streek waar de heilige donder
spontaan weerklinkt.
Met die gegevens
bereidden de geestelijken een expeditie voor om het kind te gaan
vinden, waaraan dus ook de westerse Clemens Kuby dit keer
deelneemt om alles op film vast te leggen. Op 6 mei 1992 reden een
aantal lama's en monniken van het klooster Tsurphu, dat de
thuisplaats is voor alle Karmapa's, naar Lhasa, die toestemming
hadden gegeven om de 17e Karmapa in de provincie Kham te gaan
zoeken. Tibet wordt zoals je weet op dit moment overheerst door
China en niets mag gebeuren zonder toestemming van de Chinezen die
overigens eigenhandig veel van het religieuze goed in Tibet hebben
vernietigd. Zo ook het klooster Tsurphu dat de thuishaven is van
alle Karmapa's maar uiteindelijk door de 16e Karmapa weer
eigenhandig is opgebouwd, dat wil zeggen, stukjes ervan. Hele
delen van het klooster worden nog door zeildoeken overspannen
omdat het nog niet af is. Inmiddels was hij dus overleden en moest
de 17e Karmapa gevonden worden, de nieuwe incarnatie van de 16e
Karmapa. Op 11 mei, in Lhasa aangekomen, gingen de lama's en
monniken naar het bureau van de volksraad voor religieuze
aangelegenheden van de Tibetaanse regering in Lhasa en vroegen een
reisvergunning aan om de reïncarnatie van Zijne Heiligheid de 17e
Karmapa te zoeken. Dat lukte. En Clemens Kuby, de filmer gaat mee.
Er werd door de Chinezen echter een bewaker meegestuurd die er op
toe moest zien dat Clemens alleen maar dat filmde wat door de
beugel kon, want veel van de verwoestingen in Tibet zijn in de
buitenwereld niet bekend. De hele filmploeg van Kuby reist
overigens mee, en niet alle en hebben ze filmcamera's bij zich
maar ook videocamera's, die stiekem hun werk kunnen doen terwijl
de cameramensen met de filmcamera's heel opzichtig hun werk de
andere kant uit doen.De ploeg filmers en lamas op zoek naar de reïncarnatie
van de 17e Karmapa reisden naar de provincie Lhatok in Tibet. Voor
de Chinese bezetting was dit een bloeiende streek geweest, een
groen land met uitgestrekte bossen en weiden, een van de
schatkamers van Tibet. Maar toen kwamen de Chinezen. Ze verwoesten
de kloosters, vermoordden de monniken en verdreven de mensen die
er leefden. Met het machinegeweer in de aanslag trokken ze door
het land en daarna begonnen ze de wouden te kappen tot er
nauwelijks een boom over was. Gebieden zo groot als Luxemburg
werden eenvoudig kaalgeslagen. Daarbij kapten ze hier en daar
zelfs oeroude bomen met stammen zo dik dat er zeven of acht mannen
nodig waren om ze te omspannen. Dit natuurwonder hebben de
Chinezen binnen enkele decennia eens en voorgoed verwoest. Want
het is een wonder van de natuur dat de boomgrens in Tibet tot op
4500 meter reikt. Op school leert ieder kind dat de natuurlijke
boomgrens veel lager ligt, in de Alpen op 2000 meter. Maar in
Tibet stuwen de moessonwinden de wolken omhoog door de lange dalen
van de grootste rivieren ter wereld, die zich via de Himalaya een
weg naar het Oosten en dan naar het zuiden banen. De bodem
verandert dan in een moeras en de wegen worden tot modderpoelen.
Zelfs als er een gigantisch programma van herbebossing zou worden
gefinancierd, wat natuurlijk niemand doet, zou het te laat zijn.
Door de erosie is de grond al weggespoeld. De filmploeg van Kuby
filmde al deze zichtbare tekenen van de verwoesting voor de eerste
keer. Het zou slecht zijn voor de Chinese reputatie als deze
ecologische ramp bekend werd, een ramp die waarschijnlijk gelijk
staat aan de ontbossing van het regenwoud in het Amazone gebied.
De ploeg fotografeerde de kaalgeslagen bergen, waarop de gekapte
bomen al jaren lagen te rotten. Dat heen dan "socialistische
planeconomie". Bij de rivieren worden de stammen het water in
gegooid in de hoop dat ze ergens 2000 kilometer verderop in China
aanspoelen. Maar dan kom je bij een rivierarm, waar de gestrande
stammen die niet door de rivier zijn meegenomen metershoog liggen.
De Chinezen bouwen g een vlotten, ze denken waarschijnlijk dat het
al mooi is als 20% van deze reusachtige voorraad hout in China
aankomt. Maar vermoedelijk komt niet meer dan 5 procent aan. En
natuurlijk was het streng verboden dat te filmen. Er doen zich
overigens ook bijzondere tekenen voor als er een hoog geestelijk
we zen opnieuw geboren wordt. Zo begonnen er spontaan de vreemdste
bloemen te bloeien toen de 17e Karmapa in 1985 geboren werd, en
weerklonk er drie uur lang mantra-achtige muziek door het dal van
de nomadenstam waar hij geboren werd, zonder dat iemand die muziek
maakte. De 17e Karmapa zou pas op 7 jarige leeftijd gevonden
worden en was trouwens al op drie jarige leeftijd kindermonnik
geworden. Op 21 mei 1992 sprak de expeditie met de ouders van het
jongetje, die altijd al wel hadden geweten dat ze een heel
bijzonder kind hadden, maar niet dat het de 17e Karmapa zou
worden. Daarna was het een kwestie van toestemming te krijgen van
allerlei instanties om het jongetje te mogen overbrengen naar het
klooster in Tsurphu, de zetel van alle Karmapa's en zo gebeurde
dat dan ook. In september 1992 werd hij aldaar ingehuldigd met een
enorme ceremonie waar duizenden mensen voor naar het klooster
kwamen.
De 16e Karmapa, de
voorganger van het jongetje dat inmiddels is ingewijd als 17e
Karmapa, leefde van 1924 tot 1983. En hij reïncarneerde opnieuw
in het jongetje dat in 1985 geboren werd. Clemens Kuby vroeg zich
af met zijn rationele verstand, toen hij in de geboortestreek van
de 17e Karmapa was, wat toch de aanwijzingen zouden kunnen zijn
waarom de 17e Karmapa nog tijdens zijn leven deze plek voor zijn
wedergeboorte had uitgezocht. De vader, Karma Doendup vertelde dat
hij de zestiende Karmapa helaas nooit persoonlijk had ontmoet, al
had hij daar sterk naar verlangd. Maar voor de Chinese bezetting
van Tibet had de Karmapa het klooster Kalek, dat daar in de buurt
stond, een keer bezocht, en toen waren Doendups ouders er wel een
keertje geweest, die hun zoon Doendup, toen nog een baby, en nu
dus de vader van de 17e Karmapa, hadden meegenomen. In Tibet
krijgen kinderen hun naam bij de zogenaamde
'toevluchtsceremonie" en bij die gelegenheid van het bezoek
van de grootouders van de toekomstige 17e Karmapa kreeg de vader
daarvan persoonlijk van de 16e Karmapa zijn naam Karma Doendup.
Dat is de enige connectie die Clemens Kuby ooit heeft kunnen
achterhalen, maar het kan dus aangeven dat de helderziendheid van
de 16e Karmapa zo ver strekte dat deze naamgeving al een heel
bijzonder iets is geweest. Clemens Kuby was deze film begonnen
omdat hij over reincarnatie wilde filmen. Het telkens opnieuw reïncarneren
van een en dezelfde ziel in verschillende lichamen die ook nog
dezelfde geestelijke functies bekleden in het Tibetaanse
spirituele leven, is een oeroude traditie, en voor Tibetanen
vanzelfsprekend, voor Westerlingen echter een groot raadsel. Wij
beseffen niet dat sommige mensen via meditatie en geestelijke
discipline hun bewustzijn zo kunnen oefenen dat het zich bewust
blijft van zichzelf, of van zijn essentie, zelfs na overlijden ,
en in de tussenfase, het bardo, en na de nieuwe indaling in de
baarmoeder. De reincarnatiegedachte komt in vele religies en
culturen voor, ook in de Europese cultuurgeschiedenis. Pythagoras
en Plato spraken al over reïncarnatie als een vanzelfsprekende
zaak. Er waren tijdgenoten van Jezus die geloofden dat hij een
reincarnatie van Elia was. Noch een verbod door de kerk, noch de
Renaissance konden dit denkbeeld in het Westen volledig uitroeien.
Ook Voltaire, die zo graag de spot dreef met wat anderen serieus
namen, had geen principiële bezwaren tegen de reïncarnatiegedachte.
Tweemaal geboren worden is niet wonderbaarlijker dan eenmaal. Het
is wel toepasselijk dat juist de naam van de Karmapa en let wel
daarmee tevens de naam van de oudste Tibetaanse reïncarnatielijn:
we hebben nu de 17e Karmapa, terwijl de Dalai Lama de 14e is, maar
dat juist die naam centraal staat bij de reïncarnatiegedachte.
Karma betekent 'handelen' en de Karmapa betekent: 'de meester van
het handelen'. De grondlegger van het Tibetaans Boeddhisme,
Padmasambhava zei overigens iets heel prachtigs in dit verband:
"Wil je weten wie je was in het verleden, kijk naar wie
je bent. Wil je weten wie je zult zijn in de toekomst, kijk dan
naar wat je doet."
De lijn van Karmapa's
begon met de eerste Karmapa die leefde van 1110 tot 1193. Het
schijnt dat alle Karmapa's over heel bijzondere gaven beschikten.
Bovendien hebben ze bijna allemaal een heel bijzondere band met de
dierenwereld. De Eerste Karmapa schreef aan het eind van zijn
leven een brief waarin hij de plaats beschreef waar zijn volgende
incarnatie zou worden gevonden, en hij verklaarde dat er in de
toekomst nog vele Karmapa's zouden zijn. 13 jaar na zijn overleden
werd de Tweede Karmapa geboren die op zesjarige leeftijd al lezen
en schrijven kon wat hij zichzelf geleerd had. Vijf maanden
voordat deze Karmapa in het jaar 1283 overleed ontving hij een
jong echtpaar uit West-Tibet, dat op pelgrimsreis was. Hij
vertelde hen dat hij in zijn volgende incarnatie als hun zoon
geboren zou worden . Een jaar later kreeg dat echtpaar hun zoon,
die de 3e Karmapa werd. En zo gaan de verhalen van de ene Karmapa
op de andere maar door. De ouders van de Karmapa's vertellen vaak
dat ze bijzondere dromen hebben tijdens de zwangerschap, en ook
blijken er bijzondere tekenen te zijn bij de geboorte van hun
kind. In het Tibetaans Buddhisme is er in feite maar een situatie
waarin de herinnering aan een vorig leven een belangrijke rol
speelt en dat is bij het vinden van de incarnatie of wedergeboorte
van een belangrijk meester. Sogyal Rinpoche, een bekende
leermeester van de dharma in het westen zei in een gesprek waar
het ging over de populaire regressie- en reïncarnatietherapie:
"Het is verbazingwekkend wat voor ervaringen mensen daarbij
hebben. Maar herinneringen aan het verleden of beelden van de
toekomst zien heeft met reïncarnatie als zodanig niets te maken.
Het gaat er juist om in het heden te leven, nu een 'goed' leven te
leiden, dus de vraag is hoe je NU met het leven omgaat. We moeten
het principe begrijpen. In het Oosten helpt de reïncarnatiegedachte
mensen een goed, deugdzaam leven te leiden, in plaats van te
proberen het verleden te zien." Niet iedere reïncarnatie van
een hoge meester in Tibet laat een brief of aanwijzingen achter
aan het eind van zijn leven over de plaats en omstandigheden van
zijn wedergeboorte. Dat komt in feite slechts zelden voor en is
alleen gebruikelijk bij de lijn van de Karmapa's. In de meeste
gevallen krijgt een hoge lama, die een band heeft met de vroegere
incarnatie, een visioen of een droom met een aanwijzing. Die wordt
dan nagetrokken en als er een kind, of meer dan 1 kind, gevonden
wordt dat op grond van speciale voortekenen bij de geboorte, als
kandidaat in aanmerking komt, krijgt dat kind de persoonlijke
eigendommen van de vorige incarnatie te zien, zoals een
gebedssnoer, een eetkom, samen met andere, nieuwere en glanzender
voorwerpen, die voor een kind normaal gesproken aantrekkelijker
zijn. Als het kind zonder uitzondering de juiste voorwerpen van de
vorige incarnatie uitkiest, kan met enige zekerheid worden
vastgesteld dat dit het juiste kind is. Vaak praten deze kinderen
ook over hun herinneringen, ze zeggen bijvoorbeeld dat ze weer
gauw naar huis terug zullen gaan, naar klooster X of zo. Ook de
Dalai Lama is op deze manier gevonden als 14e incarnatie van de
Dalai Lama lijn.
Nu de Tibetanen voor
een groot deel ook in India en over de hele wereld verblijven, reïncarneren
hoge lama's ook wel in Westerse streken, zoals het geval was met
een Spaans jongetje. De Lama Thubten Yeshe die de reïncarnatie
was van een abdis van een klooster bij Lhasa had ooit al eens
gezegd: "The West is the Test", en na zijn overlijden
werd hij opnieuw geboren als Osel Hita Torres in Spanje, niet eens
zo lang geleden. Bij Spaanse ouders die overigens trouwe
leerlingen waren van Lama Thubten Yeshe. De horoscopen van Lama
Thubthen Yeshe en van de nieuwe Incarnatie zijn overigens bekend
(bron: Hans Taeger, Horoscope Lexicon)
Horoscoop 1: is de
geboortehoroscoop van Lama Thubten Yeshe.

Horoscoop
2: is de progressieve horoscoop op het moment van overlijden van
Lama Thubten Yeshe.

Horoscoop
3: is de uurhoek of transithoroscoop van het moment van overlijden
van Lama Thubten Yeshe

Horoscoop
4: is de geboortehoroscoop van de nieuwe incarnatie: Lama Osel
Hitta Torres.

Opvallend is dat de Zon
in Waterman van Lama Osel exact op dezelfde graad van Waterman
staat als 1) het IC van de progressieve horoscoop van lama Yeshe's
overlijden en 2) het Pars van de transithoroscoop van datzelfde
moment.
Verder is het IC van
Lama Osel (zijn overgeërfde inhoud als het ware) binnen 2 graden
conjunct met het MC (de naam en faam) van Lama Thubten Yeshe.
Een laatste erg
opvallende overeenkomst is de Knopen-as van Lama Osel: de
Zuidknoop (het verleden) is overeenkomstig de progressieve
Ascendant van het moment van overlijden van lama Thubten Yeshe. De
Noordknoop overigens overeenkomstig de Ascendant van Lama Thubten
Yeshe: interessant, dat de bestemming van Lama Osel is om de
wedergeboorte van een eerdere Tulku te zijn: aangegeven door diens
Ascendant!
Wat Tibet vandaag de
dag betreft: het lijkt wel wat op wat de Westerlingen met de Noord
Amerikaanse Indianen en het land hebben gedaan, alleen hebben de
Chinezen het in Tibet voor elkaar gekregen: het grootste deel van
de kloosters en kloosteruniversiteiten van Tibet is met inbegrip
van de talloze kunstschatten tijdens de eerste jaren van de
Chinese bezetting verwoest. Wat nog geen ruïne was werd tot
museum omgebouwd of in enkele gevallen als toeristische
trekpleister weer hersteld. De reusachtige wouden van Oost-Tibet
zijn al voor tweederde gekapt. De zware onherstelbare ecologische
gevolgen zijn al zichtbaar. Tibet wordt door de Chinezen
onbarmhartig als nucleair proefgebied en als afvalhoop voor de
eigen nucleaire afvalstoffen misbruikt, zonder dat daar bij de
meest elementaire veiligheidsvoorschriften in acht genomen
worden.De gedwongen omschakeling van gerst, die op de enorme
hoogte van Tibet goed gedijt, naar de minder winterharde
wintertarwe leidde tot zware hongersnood, waaraan vele Tibetanen
bezweken. In het oude Tibet kende men geen hongersnood. Nog steeds
sterven er Tibetanen in werkkampen. En de werkloosheid bij het
Tibetaanse deel van de bevolking bedraagt bijna 80 procent.
Gedwongen sterilisatie en abortus zijn middelen waarmee stille
genocide op het Tibetaanse volk wordt gepleegd. De nauwelijks zes
miljoen Tibetanen zijn tegenwoordig al vreemdelingen in eigen
land, overheerst door de zeven miljoen Chinezen, die daarheen
moesten verhuizen. Nog steeds vluchten er jaarlijks duizenden
Tibetanen naar Nepal en India, bijvoorbeeld als ze deelnemen aan
demonstraties en moeten vluchten voor Chinese vervolging.De
Karmapa, zo jong als hij is, heeft plannen om in het Westen op
conferenties te verschijnen. Hij heeft de Chinese regering in
ernstige verlegenheid gebracht begin van deze nieuwe eeuw, met
zijn vlucht die een dag of 8 duurde, over 900 kilometer, van zijn
klooster in Tibet naar Dharamsala.

© Joyce Hoen,
2000 - deze tekst werd voor een deel uitgezonden in het
radioprogramma Raya (Q-radio) (in 1999) - door Joyce Hoen,
en gepubliceerd in de Astrokrant (nummer 4 derde jaargang) van het
CHTA.